Mijn eerste marathon van 2021, maar voor mijn beste vriend én KiKa-maatje Björn stond op de laatste dag van januari zijn allereerste marathon ooit op de agenda. “Maandenlang hebben wij hier naartoe geleefd” zou Henny Huisman zingen, en dan heeft hij nog gelijk ook. Deze dag zouden de vele uren en kilometers die we getraind hadden, hun vruchten moeten afwerpen.

Terwijl Nederland nog steeds in een strenge lockdown is, stonden wij om kwart over 9 op zondagochtend al in de binnenstad van Zaltbommel. Het was rustig op straat wat mede kwam door de ijzige kou. Tja, een temperatuur van -2 is voor velen toch een reden om lekker warm binnen te blijven. Maar niet voor ons, wij hadden een missie te volbrengen. Dus liepen we op onze hardloopschoenen en in onze KiKa-shirts (natuurlijk!) naar de startstreep in het centrum. Geen startvak, geen startschot, geen rijen supporters, geen officieel evenement. Maar wel een startstreep en een uitgezette route. En een handjevol mensen in de groen-gele kleuren van de Two Rivers Marathon die ons succes wensten bij onze tocht. Wij hadden er zin in en we wisten wat ons te doen stond: uitlopen en onder de 4 uur finishen, in die volgende. Voor mij normaliter geen probleem, maar voor Björn die dus voor het eerst een marathon liep was dat anders. En dus waren de rollen vooraf goed afgestemd: ik zou gaan ‘hazen’ en het tempo bepalen, Björn zou volgen. Het plan was te gaan lopen met een pace van 5:30 min/km, waarmee we een marge op zouden bouwen onder de 4 uur. Een marge die we aan het eind van de race mogelijk nog hard nodig zouden hebben. En inderdaad, het werd nog spannend…

Direct vanaf de start kregen we gezelschap van Gerard, een hardloper uit Zaltbommel dus bekend in de regio. Hij deed vandaag niet mee, maar kwam ons even succes wensen en besloot meteen een stukje met ons mee te lopen. Zo liepen we met zijn drieën Zaltbommel uit de polder in, richting de eerste dorpjes Bruchem en Kerkwijk. Het ging lekker en ons tempo was met 5:15 wat sneller dan vooraf bedacht. Maar we voelden ons goed en het ging ons erg gemakkelijk af, dus we besloten dit in ieder geval tot de dijk langs de Maas vol te houden. Deze eerste kilometers kletsten we veel en wisselden we de nodige ervaringen uit en voor we het wisten waren we al in Kerkwijk. Daar draaide Gerard een andere kant op en gingen Björn en ik met zijn tweeën verder.

Na ongeveer 10k bereikten we de dijk langs de Maas bij Wellseind. Vanaf hier zouden we zo’n 20k de dijk gaan volgen richting Rossum. Er stond weinig wind, maar de wind die er wel was kregen we nu tegen. Het was vooral koud, maar het zonnetje was tegelijkertijd heerlijk en we hadden ons goed gekleed. Het tempo bleef vrij constant waardoor we ons zonder problemen twee korte sanitaire stops konden veroorloven. Geen vuiltje aan de lucht. Maar toen we Hedel naderden, kreeg ik weer last van koude, pijnlijke tenen in mijn linkervoet. Een bekende kwaal bij mij die komt door een slechte doorbloeding. Vaak helpt het als ik mijn veters dan wat losser strik, maar dat hielp vandaag niet. Ik had mijn compressiekousen van Liiteguard aan waar ik de afgelopen weken juist heel fijn op gelopen heb, maar waarop ik soms ook deze klachten door krijg. De compressie in de voet is dan iets te strak voor mij, zeker in combinatie met te strak strikken. Lossere veters was nu niet voldoende, dus moest ik andere sokken hebben. Gelukkig zouden Carla en de kinderen op het 21km staan met mijn tas waar ik bewust al een paar andere sokken in had gedaan voor de zekerheid. Nog een paar km volhouden dus, wat gelukkig lukte.

Net na Hedel maakte ik echter een domme fout in de route. Ik ken de route hartstikke goed, heb hem al eerder gelopen en gefietst. Ik weet dus heel goed dat meteen na Hedel een klein lusje gemaakt wordt om zo via een tunneltje een spoorwegovergang te omzeilen. Toen we in die lus liepen kwamen we een kleine groepje jongeren tegen die aan het wandelen waren. Eentje rende een stukje mee en begon te dollen, waardoor ik even afgeleid was. Toen we vervolgens bij een zijstraat kwamen schrok ik en dacht dat we daarin moesten. Ik riep dat snel tegen Björn en we konden nog net die weg inslaan. Maar als na zo’n 50 meter had ik in de gaten dat dit de verkeerde weg was: we waren het spoor namelijk helemaal nog niet voorbij. Deze weg zou ons alsnog bij de spoorwegovergang brengen die we juist zouden vermijden. We besloten toch door te lopen in de veronderstelling dat dit niet echt een omweg zou zijn. Dat hadden we echter helemaal mis, want al snel hadden we in de gaten dat we zeker 700 meter omgelopen waren. De eerste marathon van Björn zou door mijn schuld dus ook nog ietsje langer gaan worden…

Ruim binnen de twee uur bereikten we het tunneltje halverwege, waar we luid werden opgewacht door onze vrouwen en kinderen. Dat was echt een moment waar we naar uitkeken. Hier kon ik eindelijk mijn sokken verwisselen en konden we snel wat eten en drinken. We hadden voldoende marge opgebouwd om hier even de tijd te kunnen nemen. En vanaf dit moment zouden ze ons blijven volgen en om de 5-6 km opwachten om ons aan te moedigen en drinken te geven. Echt ontzettend fijn, zeker omdat de zwaarste kilometers nu pas zouden komen.

Nog steeds bleef ons tempo vrij constant tussen de 5:15 en 5:20, waardoor we steeds weer wat tijd wonnen op ons schema, die we dan bij een eventuele stop weer mochten verliezen. De volgende stop zou in Kerkdriel bij het zwembad zijn. Nog steeds liepen we heerlijk. Allebei voelden we onze benen wel wat zwaarder worden, wat logisch is na 25k, maar het ging nog prima. Maar meteen na Kerkdriel merkte ik dat Björn het iets zwaarder begon te krijgen. We liepen nu richting Rossum, waar we de Maas zouden inwisselen voor de Waal om zo terug richting Zaltbommel te gaan. Daar zou de echt finale gaan beginnen en de voortekenen daarvoor begonnen nu al te komen. Ons tempo bleef goed, maar er werd minder gepraat en in plaats van naast elkaar liep ik vooral voor Björn op het tempo te maken. Het tempo dat ik heel langzaam moest laten zakken naar tijden net boven de 5:20. Dat was natuurlijk nog steeds sneller dan ons geplande tempo, maar met de tijd die we ‘verloren’ waren bij de stops en de wetenschap dat het zwaarste stuk nog moest komen, begon ik te rekenen. Het was duidelijk: uitlopen zou gaan lukken, maar om een sub4 te halen moesten we het verval zoveel mogelijk zien te beperken.

Vanuit Rossum konden we nog één kilometer het tempo vasthouden. Sterker nog, het was juist Björn die een versnelling plaatste. Ik was iets langer achtergebleven bij de stop en zou hem wel weer inhalen, maar doordat ik daar veel moeite voor moest doen merkte ik dat hij echt het tempo iets omhoog gegooid had. Waarschijnlijk juist omdat het zwaarder werd, in de hoop dat die versnelling hem door het dode punt zou helpen. Maar eenmaal weer samen was snel duidelijk dat 6 kilometers die we nog te gaan hadden op het tandvlees zouden moeten. Ik nam de kop weer over, liet het tempo zakken naar ongeveer 5:40 en dat konden we toch zeker 3 tot 4 km volhouden. Björn gaf nu ook last van zijn linkerknie te krijgen, iets wat voor mij herkenbaar was van twee jaar eerder. In die laatste kilometers heb ik toen verschillende stukken moeten wandelen, waardoor ik veel tijd verloor. Het nadeel van wandelen is ook dat je weer op moet starten, iets wat juist elke keer weer ontzettend zwaar is. Dat moment moesten we zo lang mogelijk uit zien te stellen en dat lukte, tot ongeveer in de laatste twee kilometers. Vanaf dat moment zakte het tempo ook naar ruim boven de 6 minuten…

Wat hoofdrekenen, de horloges goed in de gaten houden… met de 42,195 km in zicht zat die sub4 er nog steeds in! De dijk vlak voor Zaltbommel omlaag gaf Björn net dat zetje dat hij nodig had en terwijl we de tunneltjes van het spoor en de snelweg passeerden, probeerden we nog een laatste keer te versnellen. Tot het horloge 42,2 aangaf en de marathonafstand gehaald was… Toen gingen we weer een stukje wandelen. Maar was het nou gelukt om onder de 4 uur te blijven of niet? Net wel of net niet, dat wisten we niet. Hoe dan ook moesten we nog een klein stukje naar de finish, die 700 meter die we door mijn schuld verkeerd waren gelopen. En daar zouden we natuurlijk niet wandelend aan gaan komen, no way! Met de allerlaatste krachten pakten we het tempo nog een keer op, de Waalkade op langs het beeld van Jip & Janneke, linksaf onder de Waterpoort door en zo, vlak achter elkaar over de finish, Björn natuurlijk voorop.

Bij de finish kwam de ontlading. Onze vrouwen, kinderen en nog wat andere familie en vrienden stonden er om ons (coronaproof) aan te moedigen en feliciteren. Ja, het was Björn gelukt, zijn eerste marathon! En ook nog onder de vier uur, want Strava gaf uiteindelijk het verlossende antwoord: 3:59:53.

De Two Rivers Marathon was weer een succes! Anders dan anders, maar binnen de geldende beperkingen door de organisatie toch zo goed georganiseerd dat iedere loper toch van de route kon genieten. Het weer was perfect, de sfeer was goed en al onze doelen behaald. Wat een ontzettend fijne dag was dit. En voor mezelf? Ik heb heerlijk gelopen, heb zonder al teveel moeite de finish gehaald en heb voor mezelf de bevestiging gekregen dat ik niet alleen weer helemaal topfit ben, maar dat een snelle eindtijd tussen de 3:00 en 3:30 echt haalbaar moet zijn. Maar ondanks dat het wel kriebelt om mijn PR aan te scherpen, richt ik me voor een echt snelle tijd op Berlijn pas in september, in de hoop dat dat door mag gaan. Daar wil ik op een officieel en snel parcours echt gaan knallen. Tot die tijd ga ik gewoon nog genieten van alle andere uitdagingen die op de planning staan en op mijn pad gaan komen!

David