Op zondag 3 november liep ik geheel onverwacht een PR op de 10 km bij de Krollenloop. Natuurlijk wilde ik dat heel graag met jullie delen. Dit raceverslag had dus twee weken geleden al geschreven moeten worden. Soms gebeuren er echter dingen waardoor de wereld even stil lijkt te staan. Dan zijn PR’s helemaal niet belangrijk meer. Op dinsdag 5 november overleed mijn moeder geheel onverwachts op 64-jarige leeftijd. Ongeloof, verdriet. Zin en onzin kregen een ander perspectief. Hardlopen was even niets anders meer dan ontsnappen uit de realiteit en de mogelijkheid om mijn hoofd even helemaal leeg te maken. Mijn wereld leek even stil te hebben gestaan, maar bleek een week later toch gewoon doorgedraaid te zijn. En omdat ik zeker weet dat mijn moeder erg trots op me zou zijn geweest, hier alsnog het verhaal achter mijn PR…
De Krollenloop in Veghel is een kleinschalige loop en niet ver van huis. Ik had samen met Erik afgesproken om daarheen te gaan. Twee weken eerder had ik de halve marathon van Amsterdam gelopen in een nieuw PR en daar had ik me afgelopen weken vooral op gericht. Daarna ben ik vooral bezig geweest met goed herstellen, maar ik had me absoluut niet specifiek ingesteld op een race van 10 km. Geen verwachtingen dus, en ook geen plannen. Pas onderweg naar Veghel besloot ik om me bij het doel van Erik aan de sluiten: een 42-er zou een prima resultaat zijn. Dan zou ik net boven mijn toptijd van dat moment zitten en dat zou super zijn.

In Veghel verkenden we kort het startgebied voordat we naar de gymzaal liepen waar we ons om konden kleden. Onderweg kwam ik Bianca, Jolanda en Kees nog tegen. Altijd leuk om andere KiKa-runners tegen te komen. Zij stonden na hun 5 km te kijken vlakbij de finish. Mooi, hun aanmoedigingen zou ik straks goed kunnen gebruiken. In de gymzaal namen we rustig de tijd. Buiten was het fris, regende het soms zelfs een beetje, niet te vroeg naar buiten dus. Uiteindelijk stonden we mooi op tijd aan de start en hadden we zelfs nog kort kunnen warmlopen.
In het startvak kropen Erik en ik rustig naar voren toe. Het was niet heel druk en we hadden het idee zeker bij de snellere lopers te horen. Vooraan starten zou dus fijn zijn: meteen in het goede ritme komen zonder eerst andere mensen te moeten inhalen. Om 14.45 uur klonk het startschot en konden we gaan.

We vlogen er vandoor en ik voelde dat het tempo direct hoog lag. Te hoog? In ieder geval een stuk sneller dan we vooraf besproken hadden. Het voelde goed, maar moest ik dit wel doen? Kon ik dit wel volhouden? En Erik dan? Doe gedachten gingen door mijn hoofd, toen mijn telefoon ineens ging. Ja, ik loop altijd met mijn telefoon bij me. Die heb ik in mijn Flipbelt. Enerzijds voor de muziek (ik loop vrijwel altijd met muziek), anderzijds voor de veiligheid. En ja, dan kun je dus wel eens gebeld worden. Ik drukte de oproep weg, maar wist tegelijkertijd dat het Carla kon zijn. Onze dochter Vajèn was namelijk een dag eerder flink gevallen op haar arm en ondanks dat ze in het ziekenhuis geen breuk zagen, bleef ze veel pijn houden. Zou Carla gebeld hebben? Toen mijn telefoon meteen weer ging nam ik toch maar op, tijdens het lopen natuurlijk. Het gesprek was kort: ze gingen toch maar even terug naar het ziekenhuis, ik hoefde me verder geen zorgen te maken, dan was ik in ieder geval op de hoogte. “Veel succes nog schat!” Geen idee hoeveel energie me dit gekost had, maar het leek me niet te deren. Het tempo bleef hoog en de eerste kilometer ging in 3:55. Ik keek even om naar Erik en één blik was voldoende om te weten dat ik alleen door kon gaan en we allebei onze eigen race zouden gaan lopen.
In de volgende kilometers liep ik verrassend makkelijk en kon ik mijn tempo vrij vlak houden, net boven de 4 minuten per kilometer. Na 4 km had ik een klein verval. De twijfel sloeg een beetje toe, mijn ademhaling ging omhoog. Kon ik dit wel volhouden? Zo’n moment heb ik altijd wel tijdens een wedstrijd en meestal komt het daarna wel weer goed. Ik besloot dus vol gas door te gaan. Dat bleek een goede keuze want ik kwam weer in een fijn ritme en kon het snelle tempo weer pakken. Vanaf dat moment begon ik te denken dat ik mijn PR van eerder het jaar (41:43 op de Vestingloop) misschien wel eens zou kunnen gaan breken…

Kilometer 9 was een lastige. Na een flink stuk door het buitengebied en lange, rechte wegen, kwamen we nu weer in de buurt van het centrum. We moesten door een woonwijk en, waarschijnlijk om de afstand van 10 km te halen, maakten we veel bochten op natte straten. Ik liep op mijn New Balance Fuelcells. Fijne en vooral ook snelle schoenen, maar met veel minder grip dan mijn andere schoenen. Ik merkte dat ik iets voorzichtiger werd in de bochten, wat mijn tempo iets naar beneden bracht. Kilometer 9 werd daarmee mijn langzaamste kilometer, maar daarna had ik gelukkig nog wel genoeg over voor een fijne eindsprint. Ik vloog richting de finish en zag op de klok dat ik ruim om de 41 minuten had gelopen. Officiële eindtijd 40:32, dik een minuut sneller dan mijn oude PR. Ongelofelijk maar waar!
Niet lang na mij kwam ook Erik over de finish in 42:14, dus inderdaad die 42-er die hij wilde lopen. Allebei dik tevreden liepen we snel terug naar de gymzaal om ons om te kleden, waarna we op de markt nog even genoten van een lekkere hamburger. Dat hadden we wel verdiend!

Een PR op de 10 km, twee weken geleden al een PR op de halve marathon. Dan zou een PR op de 15 km bij de Zevenheuvelenloop over twee weken ook haalbaar moeten zijn. In 2016 liep in daar 1:07:15, nu heb ik me ingeschreven voor een tijd rond de 1:05. Dat moet lukken, toch?
David
