Zondagochtend: de zon schijnt, klokken verzet (want zomertijd is ingegaan!), de tassen zijn gepakt, iedereen heeft er zin in en zelfs de trein op station Rosmalen is op tijd. Alle ingrediënten voor een mooie dag zijn aanwezig, dus op naar Zandvoort aan Zee!
De treinreis naar Zandvoort is voor de kinderen al een avontuur op zich. Ongeveer twee uur zijn we onderweg en eigenlijk verloopt alles vlekkeloos. Verbindingen sluiten naadloos aan en hoe dichter wij bij de zee komen, hoe zonniger het wordt. Bij de overstap op Amsterdam CS in de sprinter richting Zandvoort begint het hardloopgevoel nog meer te leven. Er zijn zoveel andere hardlopers die in dezelfde trein stappen, dat wel duidelijk is dat er iets moois staat te gebeuren vandaag. Iedereen oogt vrolijk en de sfeer is prima.
Eenmaal op station Zandvoort aangekomen staan de mensen van NS Reis je fit al klaar voor de nodige aanmoedigingen en foto’s. Straks lopen we door deze straat de laatste kilometer richting de finish en ook dan zorg zij voor de nodige sfeer. Nu is het nog betrekkelijk rustig en we lopen richting het racecircuit. Onderweg komen we de nodige hardlopers tegen die al op de terugweg zijn: de 5 km blijkt al afgelopen. Nog iets verder zien we de lopers van de halve marathon in actie: zij zijn net begonnen. Ik heb gelukkig nog ruim een uur de tijd, dus we kunnen rustig aan doen. Dat is fijn, want op het racecircuit is nog van alles te beleven. Er zijn snelle sportwagens waar je mee op de foto kunt, foodtrucks, een draaimolen en nog wat andere attracties. Genoeg voor de kinderen om zich even prima te vermaken en zelfs wat prijzen te winnen! Daarmee zijn ze eerder dan ik, want ik moet mijn medaille nog maar zien te verdienen. Rond kwart voor 1 nemen we afscheid van elkaar. Carla gaat met de kinderen richting het strand en ik ga me omkleden en daarna richting het startvak.

Nadat ik mijn tas heb afgegeven (goed geregeld overigens!) loop ik richting de pitboxen waar mijn startvak is. Startvak blauw, de abonnees van Runner’s World. Ik ben al jaren lid van dit magazine en heb nu niet alleen korting gehad op deelname, maar mag ook starten in een van de voorste startvakken. Het is nog redelijk rustig als ik mijn vak binnenkom. Het waait behoorlijk en ik sta al in mijn korte broek en t-shirt, dus ik zoek een plekje in de zon om me warm te springen en wat te rekken en strekken. Ik voel dat de spanning toeneemt. Mijn doel vandaag is om in de buurt te komen van mijn tijd van drie jaar geleden, zou dat lukken? Ik voel me fit en vol energie, maar ik weet ook dat mijn tijd uit 2016 heel scherp is. De afgelopen dagen heb ik die race nog eens goed geanalyseerd (ja, zo’n pietje precies ben ik wel). De eerste kilometers op het circuit ging ik toen heel hard, onder de 4 min/km. Daarna kwam het verval op het strand, waar ik stukken liep van 5.30 min/km. Dat moet nu anders, in ieder geval beter gedoseerd. Mijn plan is om wel snel te beginnen, maar net boven de 4 min/km te blijven en te proberen op het strand zeker een minuut per kilometer te winnen ten opzichte van de vorige keer. Mijn strategie is dus duidelijk, benieuwd of dit ook gaat lukken.
Vlak voor de start maak ik nog kennis met Raymond, ook een KiKa-loper. Hij gaat over twee weken de marathon van Boston lopen (wow!) en ziet dit als zijn laatste test. Zijn plan is om vooral niet te snel van start te gaan, maar dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Meteen na het startschot door Olivier Heimel (hoofdredacteur van RW) schieten Raymond en ik samen met nog twee andere lopers voor de rest van ons startvak uit. Een van ons is duidelijk veel sneller en is nog voor de eerste bocht buiten ons bereik. Maar met zijn drieën gaan we de eerste paar honderd meter zij aan zij en ik zie op mijn horloge dat we de eerste kilometer in minder dan 4 minuten hebben afgelegd. Opletten David, want het plan was om niet te snel van start te gaan. Blijkbaar heeft Raymond hetzelfde gedacht want hij loopt inmiddels al een stuk achter me. Samen met de andere lopers ga ik verder en aangezien het goed voelt houden we het tempo vast. We wisselen elkaar af aan kop en ondertussen zijn we al hardlopers van het vak dat een paar minuten voor ons gestart is aan het inhalen. Het circuit loopt heerlijk, ondanks de vele bochten, het scheve asfalt en de vele heuvels die het heeft. Mijn tempo is na 4 km vrij constant, net boven de 4.10 min/km en ik voel dat ik een goede dag heb. We verlaten het circuit en gaan richting het strand, het tweede deel van de race.

Bij het verlaten van het circuit pak ik een bekertje water aan en drink snel wat. Ik merk dat ik me een beetje druk maak over de komende kilometers. In 2016 ben ik op het strand helemaal stuk gegaan en heb ik veel tijd verloren. Zou dat nu weer gaan gebeuren? Samen met mijn medeloper zijn we nog alleen maar aan het inhalen en dat is op zich een goed teken. We gaan hard, ook op het strand, en ik merk dat ik een fijn ritme heb. Geen groot verval dit keer. Sterker, het lukt om onder de 4:20 te blijven lopen. Hier ga ik dus minuten winnen! Ik merk dat dit me een enorme ‘boost’ geeft, maar ik weet ook dat het lastige stuk nog moet komen. Na ruim 7 km verlaten we namelijk het strand. Hier moeten we eerst door het mulle zand om vervolgens een kleine honderd meter steil omhoog te gaan. Ik neem bewust snelle, kleine stappen om mijn krachten te verdelen, maar ik voel dat mijn benen enorm verzuren. Mijn tempo zakt en eenmaal boven moet ik mijn medeloper laten gaan. Het derde en laatste deel van de race, door het centrum van Zandvoort, gaat nu beginnen.
Ik heb het even heel zwaar. Nu is het belangrijk om snel weer in een ritme te komen en mijn ademhaling onder controle te krijgen. Dat lukt sneller dan gedacht en met een kilometer van net boven de 4:40 heb ik niet eens zo gek veel tijd verloren. Ik loop nu een tempo van 4:30 en dat voelt weer goed; dit kan ik wel volhouden denk ik. Ik zie mijn medeloper enkele tientallen meters voor me lopen en merk dat we weer hetzelfde tempo lopen. Ik heb echter niet meer de kracht om dit gat dicht te lopen en besluit om vanaf nu echt mijn eigen race te lopen. Mijn doel was toch om sneller te lopen dan in 2016? Hoe snel liep ik toen? Ik dacht iets van 52 minuten, dat zou nu net haalbaar moeten zijn. Inmiddels loop ik door de drukte van Zandvoort waar het echt enorm gezellig is en via het station ga ik de laatste kilometer in richting de finish op het circuit. Deze weg ken ik en ik weet dat het zo nog een stukje omlaag gaat. Ik besluit nog één keer alles te geven en pers er nog een versnelling uit. In de verte zie ik de finish en een tijd onder de 52 minuten gaat er echt inzitten. Een laatste sprint en dan… YES, 51:48 minuten is mijn eindtijd! Ruim 10 seconden onder de 52 minuten, dat voelt goed. Missie geslaagd, medaille dik verdiend vind ik zelf! Vlak daarna zie ik Raymond weer en ook hij heeft lekker gelopen; hij is klaar voor Boston. Nadat ik hem nog veel succes gewenst heb, ga ik mijn tas halen en bel vervolgens Carla op om af te spreken in Zandvoort.

Terwijl ik terugloop richting het station bekijk ik mijn gegevens op Strava en vergelijk deze met mijn tijd uit 2016. Dik 10 seconden sneller, toch? Maar als ik goed kijk naar mijn tijd van toen schrik ik toch heel even. Ik dacht dat ik toen 52 minuten erover gedaan had, maar dat blijkt 54:49 te zijn geweest. Ik heb dus maar liefst 3 minuten van mijn tijd afgehaald! Geen idee waarom ik dan tijdens de race 52 minuten in mijn hoofd had zitten, maar deze ontdekken geeft me toch een geweldig gevoel van euforie! Hardlopen doe je met je benen en voeten, maar toch ook voor een groot deel met je hoofd. De juiste mindset blijkt maar weer eens ontzettend belangrijk te zijn.
Bij het station zie ik Carla en de kinderen weer en na de nodige knuffels en kusjes, lopen we weer richting de trein. Terwijl ik aan het lopen was, hebben zij het strand en Zandvoort al voldoende verkend. Bovendien is het nog zeker 2 uur reizen met de trein, dus we besluiten op ons gemak weer richting Brabant te gaan. De terugreis verloopt prima en we kletsen nog na over al onze avonturen van deze mooie dag. Het ijsje dat we nog pakken op station ‘s-Hertogenbosch hebben we dik verdiend en rond half 6 zijn we weer thuis in Berlicum.
Wat was dit een fijne dag. Alles zat mee, van het zonnetje dat scheen tot een vlekkeloze treinreis, en van de knuffelbeer die Luka won tot de drie minuten die ik van mijn tijd af wist te halen. Het was voor ons allemaal een succesvolle dag, in alle opzichten.
David
